Tamara zat in de tuin te kijken hoe haar 2 kinderen Daniël en Izzy aan het spelen waren. Ze zat lekker in de zon een boek te lezen en dacht eigenlijk nooit meer aan haar broer, tot vandaag.
Het boek ging over een moordenaar die zijn ouders en zusjes had vermoord, omdat hij vond dat ze niet het recht hadden om te leven. Daarvoor waren ze te onaardig tegen hem.
Tamara probeerde te bedenken hoe de stemmen van haar ouders hadden geklonken, toen ze zelf nog vrolijk in de tuin speelde, voordat haar broer had toegeslagen en hun familie uiteen had gerukt. De moord op haar ouders zal haar altijd bijblijven, samen met het beklemmende gevoel dat ze moest ontsnappen.
Ze besefte zich dat ze de stemmen al heel lang kwijt was.
'Mama! Mama!' Ze hoorde Daniël gillen en schrok op uit haar gedachten.
'Kijk hoe raar Lizzy aan het doen is! Kijk dan!' Ze keek naar Lizzy en zag dat ze ondersteboven van de glijbaan af wilde gaan. 'Kijk je uit Lizzy?', riep ze.
'Jahaa, ik weet heus wel wat ik doe hoor', zei ze glimlachend terug.
Terwijl Lizzy en Daniël weer verder gingen spelen, zakte Tamara weer terug in haar tuinstoel.
Haar man David zou pas over 3 uur weer thuis zijn, hij had haar gebeld dat hij moest overwerken vanwege de drukte op het kantoor.
Ze voelde zich rustig en viel langzaam in slaap, met op de achtergrond het geroep en gelach van haar kinderen.
Ze schrok wakker van een hand op haar schouder en 2 gezichten vlakbij haar gezicht.
David was weer thuis en had zijn hand op haar schouder gelegd, terwijl haar kinderen langzaam naar haar toe waren geslopen om haar te laten schrikken.
Ze lachte en zei: 'Zo, al mijn duiveltjes zijn weer terug!' Ze gaf David een zoen en vroeg aan Lizzy en Daniël: 'Zo, wat zullen we vanavond eens gaan eten? Jullie moeder heeft zo lang geslapen dat we niet meer gaan koken'. De kinderen gilden door elkaar heen en David keek geamuseerd toe. 'Pizza', riep Lizzy waarop Daniël meteen riep: 'Nee, ik wil patat!'
David joelde mee met de kinderen en zei: 'Nou mama, ik wil patat en pizza!'
'Oké, oké ik hoor het al, we halen het allebei', riep Tamara er met een glimlach bovenuit.
Ze liep naar binnen om haar portemonnee te pakken, en in haar ooghoek zag ze een brief op de tafel liggen.
Angst maakte zich meester van haar, terwijl ze met grote ogen de hanenpoten bekeek die het adres hadden geschreven.
Na al die tijd herkende ze het handschrift nog steeds uit duizenden.
Uit alle macht probeerde ze het te ontkennen, maar haar broer was weer vrij.
Reacties