Hij stapt de trein in en John is blij dat hij eindelijk weer terug in Nederland is. Dan kan hij vanavond weer lekker in zijn eigen bed slapen.
Hij loopt vanaf het station naar huis en ziet van een afstandje dat er iets aan de hand is in zijn straat.
Hij begint wat sneller te lopen, het is wel erg dichtbij zijn huis.
Er staan 2 politie auto's voor zijn deur en 3 agenten staan bij het tuinhek.
Één van hen ziet John aankomen en vraagt: 'Bent u toevallig meneer Stooms?'
Hij knikt en kijkt de politieman aan. Hij kijkt naar zijn voordeur en ziet dat die is opengebroken.
Ook een aantal ruiten zijn kapot.
'Wat is er aan de hand?', vraagt John.
'Er hebben hier een aantal mensen een feestje gehouden. Waar komt u nu vandaan?', vraagt de politieman.
'Ik kom zojuist van het vliegveld, ik ben op zakenreis naar Polen geweest', antwoord hij.
'Oké, en kan uw baas dat bevestigen?'
Nou, ik heb hier mijn ticket, als dat ook voldoende is', zegt John.
Hij geeft zijn ticket aan de politieman en de agent bekijkt hem grondig.
'Oké, dit lijkt me voldoende. Zoals ik al zei hebben mensen binnen een feestje gehad. Het is een ravage binnen, en er staan niet veel spullen meer. Ook hebben we in uw slaapkamer een beginnende wietplantage gevonden'.
John gelooft zijn oren niet. Hij wilt de politieman passeren en naar binnen gaan, maar hij word tegenhouden.
'Sorry meneer, maar u kunt op dit moment niet naar binnen. De technische recherche is op dit moment druk bezig sporen te verzamelen van de daders. U zult vanavond in een hotel moeten slapen'.
Hij draait zich om en loopt de straat uit, weg van de agent.
De gedachte schiet door zijn hoofd dat hij hier nooit meer terug wilt komen.
Hij loopt vanaf het station naar huis en ziet van een afstandje dat er iets aan de hand is in zijn straat.
Hij begint wat sneller te lopen, het is wel erg dichtbij zijn huis.
Er staan 2 politie auto's voor zijn deur en 3 agenten staan bij het tuinhek.
Één van hen ziet John aankomen en vraagt: 'Bent u toevallig meneer Stooms?'
Hij knikt en kijkt de politieman aan. Hij kijkt naar zijn voordeur en ziet dat die is opengebroken.
Ook een aantal ruiten zijn kapot.
'Wat is er aan de hand?', vraagt John.
'Er hebben hier een aantal mensen een feestje gehouden. Waar komt u nu vandaan?', vraagt de politieman.
'Ik kom zojuist van het vliegveld, ik ben op zakenreis naar Polen geweest', antwoord hij.
'Oké, en kan uw baas dat bevestigen?'
Nou, ik heb hier mijn ticket, als dat ook voldoende is', zegt John.
Hij geeft zijn ticket aan de politieman en de agent bekijkt hem grondig.
'Oké, dit lijkt me voldoende. Zoals ik al zei hebben mensen binnen een feestje gehad. Het is een ravage binnen, en er staan niet veel spullen meer. Ook hebben we in uw slaapkamer een beginnende wietplantage gevonden'.
John gelooft zijn oren niet. Hij wilt de politieman passeren en naar binnen gaan, maar hij word tegenhouden.
'Sorry meneer, maar u kunt op dit moment niet naar binnen. De technische recherche is op dit moment druk bezig sporen te verzamelen van de daders. U zult vanavond in een hotel moeten slapen'.
Hij draait zich om en loopt de straat uit, weg van de agent.
De gedachte schiet door zijn hoofd dat hij hier nooit meer terug wilt komen.
Reacties