Ik hang hier al een tijdje rond.
Mensen komen en gaan, de hele dag door.
De één moet wat langer in de kamer zitten dan de ander.
Heel veel mensen pakken precies dat ene blaadje wat daar ligt.
Nu is het even rustig, en snel baan ik me een weg naar beneden om te kijken wat er zo speciaal is aan dat blaadje.
Nog voor ik de titel kan lezen, hoor ik de assistent de kamer binnenlopen.
Snel klim ik weer omhoog.
Ook zij pakt dat blaadje.
Ik voel één van mijn draden trillen, ze rukt hem kapot.
Ach, gelukkig heb ik hem zo weer opnieuw gemaakt hoop ik.
Rustig probeer ik het te repareren, maar de schade is groter dan ik dacht.
Zal je zien, mis ik nu opeens dat ene beestje wat langs vliegt.
Ik concentreer me op mijn taak.
Mijn moeder heeft mij geleerd hoe ik het moet bouwen.
Tijd om te laten zien hoe ik het moest repareren had ze niet.
Een luid zuigend ding kwam ons hoekje in toen ik nog thuis woonde, en al mijn broertjes en zusjes verdwenen in de grote slurf.
Ook mijn moeder werd opgezogen.
Ik was de enige die de horror overleefde.
Op een dag verliet ik het huis, trok de wijde wereld in.
Daar kon mijn moeder mooie verhalen over vertellen, maar ook hele enge.
Je moest altijd uitkijken, en zorgen dat je voor het donker je plekje weer had gevonden.
In het donker was het altijd moeilijk om je huis te bouwen, dat heb ik zelf helaas ervaren.
Een tijdje woon ik hier al, ik durf eigenlijk niet meer weg.
De deur valt hier altijd met zo'n harde klap dicht, stel dat ik ertussen kom?
Het blaadje word weer terug gelegd, maar ik ben nog niet klaar met mijn taak.
Omdat ik nog niet zo groot ben, zo groot als mijn moeder bijvoorbeeld, zal het nog wel even duren voordat alles weer gerepareerd is.
Langzaam stroomt de kamer weer vol met mensen.
Ze zitten altijd heel stil, alsof ze bang zijn.
Soms hoor ik ook rare geluiden uit de andere kamers waar de mensen naar toe worden geroepen.
Dan hoor ik ook weer dat zuigende geluid.
Dat is de enige reden waarom ik hier weg zou willen.
Misschien ook omdat er niet zoveel eten is.
Langzaam krijgt mijn huis zijn vorm weer terug.
Het is ondertussen donker, iedereen is weg en helaas is de deur dicht.
Ik trippel zo snel als mijn pootjes mij dragen kunnen onder één van de deuren door waar de mensen ook altijd heen gaan.
Een hele grote stoel staat in het midden van de ruimte, en een grote lamp hangt erboven.
Achter de lamp zie ik een raampje, misschien is dat een betere plek voor mijn huis.
Langzaam klim ik via de kastjes omhoog.
Wanneer ik eenmaal boven bij het raampje ben, ben ik uitgeput.
Vanavond moeten we het maar even zonder huisje, daar heb ik nu de energie niet meer voor.
Ik nestel me in een klein hoekje, en val in slaap.
Het word opeens heel licht in de ruimte, en even raak ik paniek.
Zo licht word het 's ochtend nooit!
Dan komt het bij me terug, de kleine reis van gisteren.
Ik kijk wat om me heen en besluit mijn huisje hier in het hoekje te bouwen.
Als het raam dan opengaat, vang ik misschien wel wat beestjes!
Het kost me veel tijd om alles netjes te krijgen, en te zorgen dat alles recht is.
Eindelijk is het af, en ik kruip naar het midden in mijn nieuwe huis.
Wanneer ik bijna in slaap val, hoor ik dat vreselijke, zuigende geluid.
Ik open mijn ogen, maar het is al te laat.
Voor ik weet, word ik door door de slurf opgezogen.
Mensen komen en gaan, de hele dag door.
De één moet wat langer in de kamer zitten dan de ander.
Heel veel mensen pakken precies dat ene blaadje wat daar ligt.
Nu is het even rustig, en snel baan ik me een weg naar beneden om te kijken wat er zo speciaal is aan dat blaadje.
Nog voor ik de titel kan lezen, hoor ik de assistent de kamer binnenlopen.
Snel klim ik weer omhoog.
Ook zij pakt dat blaadje.
Ik voel één van mijn draden trillen, ze rukt hem kapot.
Ach, gelukkig heb ik hem zo weer opnieuw gemaakt hoop ik.
Rustig probeer ik het te repareren, maar de schade is groter dan ik dacht.
Zal je zien, mis ik nu opeens dat ene beestje wat langs vliegt.
Ik concentreer me op mijn taak.
Mijn moeder heeft mij geleerd hoe ik het moet bouwen.
Tijd om te laten zien hoe ik het moest repareren had ze niet.
Een luid zuigend ding kwam ons hoekje in toen ik nog thuis woonde, en al mijn broertjes en zusjes verdwenen in de grote slurf.
Ook mijn moeder werd opgezogen.
Ik was de enige die de horror overleefde.
Op een dag verliet ik het huis, trok de wijde wereld in.
Daar kon mijn moeder mooie verhalen over vertellen, maar ook hele enge.
Je moest altijd uitkijken, en zorgen dat je voor het donker je plekje weer had gevonden.
In het donker was het altijd moeilijk om je huis te bouwen, dat heb ik zelf helaas ervaren.
Een tijdje woon ik hier al, ik durf eigenlijk niet meer weg.
De deur valt hier altijd met zo'n harde klap dicht, stel dat ik ertussen kom?
Het blaadje word weer terug gelegd, maar ik ben nog niet klaar met mijn taak.
Omdat ik nog niet zo groot ben, zo groot als mijn moeder bijvoorbeeld, zal het nog wel even duren voordat alles weer gerepareerd is.
Langzaam stroomt de kamer weer vol met mensen.
Ze zitten altijd heel stil, alsof ze bang zijn.
Soms hoor ik ook rare geluiden uit de andere kamers waar de mensen naar toe worden geroepen.
Dan hoor ik ook weer dat zuigende geluid.
Dat is de enige reden waarom ik hier weg zou willen.
Misschien ook omdat er niet zoveel eten is.
Langzaam krijgt mijn huis zijn vorm weer terug.
Het is ondertussen donker, iedereen is weg en helaas is de deur dicht.
Ik trippel zo snel als mijn pootjes mij dragen kunnen onder één van de deuren door waar de mensen ook altijd heen gaan.
Een hele grote stoel staat in het midden van de ruimte, en een grote lamp hangt erboven.
Achter de lamp zie ik een raampje, misschien is dat een betere plek voor mijn huis.
Langzaam klim ik via de kastjes omhoog.
Wanneer ik eenmaal boven bij het raampje ben, ben ik uitgeput.
Vanavond moeten we het maar even zonder huisje, daar heb ik nu de energie niet meer voor.
Ik nestel me in een klein hoekje, en val in slaap.
Het word opeens heel licht in de ruimte, en even raak ik paniek.
Zo licht word het 's ochtend nooit!
Dan komt het bij me terug, de kleine reis van gisteren.
Ik kijk wat om me heen en besluit mijn huisje hier in het hoekje te bouwen.
Als het raam dan opengaat, vang ik misschien wel wat beestjes!
Het kost me veel tijd om alles netjes te krijgen, en te zorgen dat alles recht is.
Eindelijk is het af, en ik kruip naar het midden in mijn nieuwe huis.
Wanneer ik bijna in slaap val, hoor ik dat vreselijke, zuigende geluid.
Ik open mijn ogen, maar het is al te laat.
Voor ik weet, word ik door door de slurf opgezogen.
Reacties