Het enige wat ik nog zie is een klein stukje hout van de kano, en haar schoen.
Ik hoor een stem en verschrikt kijk ik opzij.
Een groot nijlpaard komt op me af en zegt: 'Sorry meneer, het is echt een vergissing geweest. Zo onder water dacht ik dat jullie kano een lekker tussendoortje was voor mijn gezin. Een krokodil, daar hebben we al weken trek in!'
Ik sta versteld en ik kan mijn oren niet geloven. Een nijlpaard, dat praat?
Antwoorden kan ik niet, mijn keel is dichtgeknepen door het verdriet.
'Ik weet dat ik het niet meer kan veranderen meneer maar echt, het spijt me,' gaat het nijlpaard door. 'Ons gezin heeft al een aantal dagen niet meer gegeten, en mijn kleintjes moeten groeien. Binnenkort moeten we een grote reis maken, en daarvoor moeten ze genoeg vet op hun huidje hebben'.
Hij knikt richting het water, waar ik drie kleine nijlpaardjes zie. Ze spelen rustig in het water.
Ik word blind van woede. Zo'n toekomst zou ik ook gehad hebben, als het niet aan deze nijlpaarden had gelegen.
Langzaam sta ik op en loop richting het nijlpaard. Ik ga hem een hele harde klap voor zijn bek geven.
Wanneer ik mijn arm naar achteren haal om uit te halen, hoor ik één van de kleintjes gillen.
'Papa, papa, je kan toch terug slaan. Dat is toch wat je ons ook leert?'
Ik draai me om en zie het kleintje aan land komen. Zijn mollige benen proberen hem staande te houden.
Zo'n groot lichaam, en dan zulke kleine beentjes? Dat kunnen die beentjes toch nooit overeind houden?
'Nee, dit keer zal papa niet terug slaan. Deze man heeft verdriet, en dat heeft papa gedaan. Maar ook alleen maar ons te kunnen voeden,' zegt een iets groter nijlpaard dat nu ook aan land komt.
Ik kijk om me heen wat hier gebeurt, het is allemaal zo absurd. Misschien is het allemaal een droom?
'Nogmaals mijn excuses meneer, ik weet niet wat ik verder nog meer moet zeggen,' zegt het nijlpaard dat als eerst begon te praten. 'Wij moeten nu weer verder, om te kijken of we wel een echt krokodil kunnen vangen. Mijn kleintjes moeten nog veel eten ziet u'.
Het grote beest loopt weg richting het water, en de rest volgt hem.
Ze zwemmen stroomopwaarts. Ik blijf ze volgen tot ik ze niet meer kan zien.
Dan komt de schoen weer in mijn blikveld, haar schoen.
Dit keer laat ik de tranen stromen.
Ik hoor een stem en verschrikt kijk ik opzij.
Een groot nijlpaard komt op me af en zegt: 'Sorry meneer, het is echt een vergissing geweest. Zo onder water dacht ik dat jullie kano een lekker tussendoortje was voor mijn gezin. Een krokodil, daar hebben we al weken trek in!'
Ik sta versteld en ik kan mijn oren niet geloven. Een nijlpaard, dat praat?
Antwoorden kan ik niet, mijn keel is dichtgeknepen door het verdriet.
'Ik weet dat ik het niet meer kan veranderen meneer maar echt, het spijt me,' gaat het nijlpaard door. 'Ons gezin heeft al een aantal dagen niet meer gegeten, en mijn kleintjes moeten groeien. Binnenkort moeten we een grote reis maken, en daarvoor moeten ze genoeg vet op hun huidje hebben'.
Hij knikt richting het water, waar ik drie kleine nijlpaardjes zie. Ze spelen rustig in het water.
Ik word blind van woede. Zo'n toekomst zou ik ook gehad hebben, als het niet aan deze nijlpaarden had gelegen.
Langzaam sta ik op en loop richting het nijlpaard. Ik ga hem een hele harde klap voor zijn bek geven.
Wanneer ik mijn arm naar achteren haal om uit te halen, hoor ik één van de kleintjes gillen.
'Papa, papa, je kan toch terug slaan. Dat is toch wat je ons ook leert?'
Ik draai me om en zie het kleintje aan land komen. Zijn mollige benen proberen hem staande te houden.
Zo'n groot lichaam, en dan zulke kleine beentjes? Dat kunnen die beentjes toch nooit overeind houden?
'Nee, dit keer zal papa niet terug slaan. Deze man heeft verdriet, en dat heeft papa gedaan. Maar ook alleen maar ons te kunnen voeden,' zegt een iets groter nijlpaard dat nu ook aan land komt.
Ik kijk om me heen wat hier gebeurt, het is allemaal zo absurd. Misschien is het allemaal een droom?
'Nogmaals mijn excuses meneer, ik weet niet wat ik verder nog meer moet zeggen,' zegt het nijlpaard dat als eerst begon te praten. 'Wij moeten nu weer verder, om te kijken of we wel een echt krokodil kunnen vangen. Mijn kleintjes moeten nog veel eten ziet u'.
Het grote beest loopt weg richting het water, en de rest volgt hem.
Ze zwemmen stroomopwaarts. Ik blijf ze volgen tot ik ze niet meer kan zien.
Dan komt de schoen weer in mijn blikveld, haar schoen.
Dit keer laat ik de tranen stromen.
Reacties