Doorgaan naar hoofdcontent

De wedstrijd

Het is nog vroeg op de morgen wanneer we al van huis vertrekken. We hebben een lange rit voor de boeg van bijna twee uur. Het is -2 graden en met de wind voelt het als -10. Gelukkig hebben we genoeg kleding aan die ons zal beschermen hiertegen. Met een beetje geluk blijft het ook nog droog, ondanks de weervoorspelling.
Als snel word het lekker warm in de auto en ik doezel een beetje weg. Ik denk aan de dag die nog voor ons ligt en ik heb er ontzettend veel zin in. Het is de eerste wedstrijd sinds bijna een jaar geleden. Ik luister hoe mijn vader een beetje mee neuriet met de muziek en laat me in slaap wiegen door de bewegingen van de auto.
Ik word langzaam wakker, en zie dat we op een groot grasveld staan. Er staan nog niet zo heel veel auto's, en ik ga er van uit dat we vroeg zijn. Wanneer ik op de klok kijkt word mijn vermoeden bevestigd. De wedstrijd begint om half tien en de digitale klok geeft 08:30 aan. Blijkbaar heeft mijn vader iets harder gereden dan de toegestane snelheid op weg. Ik moet er van lachen, normaal rijdt hij namelijk helemaal niet zo snel en blijft hij het liefst de hele weg achter een vrachtwagen hangen.
Ik stap uit de auto hoewel ik eigenlijk niet de warmte uit wil. De wind slaat in me gezicht en beneemt me heel even de adem. Ik loop naar de achterkant van de auto en open de klep. Mijn vader is nergens te bekennen, die zal ons wel aan het inschrijven zijn en een startbaan aan het uitzoeken zijn voor ons. Ondanks dat het warm was in de auto, voelt de kleding in mijn tas koud aan. Snel trek ik het aan zodat ik niet te snel afkoel. Als ik alles aan heb merk ik niets meer van de wind en de kou van de vroege morgen. Ondertussen heb ik dan ook zes lagen kleding aan. Ik open mijn koffer en pak mijn middenstuk er uit. De latten haal ik uit hun zakjes en zet ze op mijn middenstuk. Het begint al een beetje op een boog te lijken. Alleen nog even de pees erop, opspannen en ik ben helemaal klaar voor de dag. Natuurlijk moet ik ook niet mijn pijlen vergeten. Ik ben bezig met bergschoenen aan te doen, wanneer mijn vader aan komt lopen. Ook hij begint zijn boog op te spannen en trekt ook zijn bergschoenen aan.
'Zo, ben je er klaar voor?,' vraagt hij aan mij. Ik knik en pak mijn rugzak en mijn boog. Samen lopen we richting de start, waar we nog wat koffie kunnen drinken. Omdat het nog vroeg is zijn er nog niet veel mensen en kunnen we bij de vuurkorf zitten. Naarmate de tijd verstrijkt wordt het steeds drukker en wanneer we bijna beginnen zijn er denk ik zo'n 50 à 60 mensen aanwezig. We worden nog even toegesproken door de organisator van de wedstrijd en dan is het eindelijk tijd om te beginnen.
We starten op baan zes, en ik kijk rond of ik iemand met een bordje zie staan die ons naar het doel zal brengen. Ik zie alleen een bordje omhoog steken, met een klein stukje arm eronder. Er staan ondertussen al zoveel mensen bij, dat de man ertussen verdwijnt. Ik tik mijn vader aan en wijs op het bordje.
Met een stevige pas gaan we richting de doelen, en onderweg verlaten steeds meer groepjes de grote groep omdat zij al bij hun eigen start doel zijn. Na een kwartier lopen komen wij ook bij ons doel aan en ook wij verlaten de groep. Er lopen nog 2 mensen achter ons aan, waar we de rest van de dag mee zullen schieten. Ik draai me om en even ben ik verstijfd. Ik kijk in de twee zwarte ogen die ik altijd al zo heb gehaat , en eigenlijk hier ook niet verwacht had.Ik weiger hem een hand te geven, en mijn hele dag is meteen verpest. Dat ik de hele dag samen met hem zou moeten lopen, daar komt toch alleen maar ruzie en gezeur uit. Netjes geef ik hem een hand, maar ik zeg geen woord. Het liefst zou ik me nu omdraaien en weer terug naar huis gaan. Maar ja, gezien het feit ik niet eens een rijbewijs heb. De rest van de dag zal ik alleen in gesprek gaan met mijn vader, neem ik mezelf voor.
Het startsignaal klinkt luid door het stille bos, en ik stap naar voren om als eerst te gaan schieten. Ik voel een hand op mijn schouder die me ruw tegen houd en ik zie zijn gezicht vlak voor me.
'Zal ik maar eerst even het goede voorbeeld geven dame,' zegt hij met zijn zelfverzekerde grijns. Even staar ik hem verbaast aan, maar doe dan toch een stapje terug.
'Ga je gang, laat maar zien hoe slecht je bent,' kaats ik terug. Ik zoek naar het doel waar we op schieten en zie een das zitten. Het is een klein beestje, maar gelukkig staan we er niet al te ver vanaf. De eerste pijl die hij hij schiet ketst weg tegen de bomen, en lijkt wel door midden te breken. De tweede schiet hij te ver over en belandt ver in het bos. De laatste pijl die hij mag schieten, schiet hij voor het doel in de grond.
'Nou ja, het is nog vroeg hè. Het is het eerste doel dus ik moet nog even inkomen hoor,' zegt hij alsof dat voor iedereen geldt.
Nu doe ik een stap naar voren en ga tegen het paaltje aan staan. Ik probeer in te schatten hoever de das ongeveer staat. Op de achtergrond hoor ik hem diep zuchten, het zal wel te lang duren. Ik neem nog even mijn tijd om goed te focussen op het doelwit. Ik trek mijn boog omhoog, richt over de pijl op het doel en trek de pees naar mijn gezicht. Wanneer ik los laat voel ik de kracht overgaan op mijn pijl en het volgende wat ik hoor is een zachte 'plof'. Ik weet dat ik heb geraakt, maar kijk toch even waar de pijl ongeveer zit voor ik me omdraai. Hij zit in het midden, dit zou nog wel is een 'kill' kunnen zijn.
Wanneer ik me omdraai humt mijn vader een goedkeurend geluidje en ik zie uit mijn ooghoek hoe hij met zijn mond open staat te kijken.
'Zo, ik denk toch dat het handig is als je mij niet meer wegtrekt van het doel wanneer ik wil gaan schieten,' zeg ik met een dreigende ondertoon in mijn stem. Na deze opening, bedenk ik mijzelf dat het toch nog wel een leuke dag zou kunnen worden.

Reacties

Populaire posts van deze blog

De engel in vermomming

'Mam? Ik ben zwanger', zei Maira, terwijl ze de keuken binnen kwam lopen. Ik draaide me om naar haar, niet in staat om wat te zeggen. Haar ogen waren rood, gevuld met tranen. Ik liep op haar af, mijn armen uitgestrekt. Ze legde haar hoofd neer op mijn schouder en begon hevig te huilen. 'Het komt allemaal goed lieverd', probeerde ik haar te sussen. Eerst sussen, dan boos worden en om uitleg vragen. Die manier werkte altijd het beste Maira. Een paar minuten later werd het gehuil minder en wrikte ze zich los uit onze omhelzing. Ze schoof een stoel naar achter en ging zitten aan de eettafel, met haar handen in haar hoofd. 'Van wie ben je zwanger?', vroeg ik, terwijl ik een lichte trilling in mijn stem voelde. Het bleef even stil, ze snikte nog wat en haalde haar neus op. 'Je gaat me toch niet geloven', zei ze, terwijl ze haar hoofd in haar liet rusten. 'Ken je Abel nog?' Mijn hart sloeg een paar slagen over en even werd ik duizelig. Ik moes...

Het gezicht

Ik heb geen idee wat er vanochtend is gebeurd, maar volgens mij word ik gek. Ik heb besloten om het vast te leggen, zodat ik niet kan gaan twijfelen aan mijzelf en dat jullie hopelijk een verklaring hebben. Mijn handen zijn nat van het zweet en mijn mond is droog. De voordeur sloeg eerst hard dicht en daarna hoorde ik iemand de hal door rennen. De voetstappen stopten voor mijn kamer, maar toen ik voorzichtig de deur open deed was er niemand te zien. Er kan verder niemand mijn appartement in en dat is juist het enge. Ik woon alleen, ik heb geen huisgenoten of iemand anders die de sleutels van mijn appartement heeft. Wat er dus in mijn huis is geweest, of nog steeds is, ik zou het niet weten maar het kan zelf naar binnen.. Ik heb wel eens eerder gehad dat er onverklaarbare dingen gebeuren in mijn huis. Zo verschuift er wel eens een potje, wanneer ik er net niet naar kijk. Of het scherm van mijn telefoon wat opeens aan springt, terwijl er helemaal g...

[BizarBericht] Dit zal je leren

Soms lees je wel eens een bizar bericht in de krant. Je vraagt je af wat er aan vooraf ging, of misschien hoe het is afgelopen. In de kopjes met [BizarBericht] zal ik je mijn versie van het verhaal vertellen!   Mariana loopt op haar tenen door verschillenden straten, als een schaduw, die haar man achtervolgt. Ze heeft geen idee waar hij naartoe gaat. Deze buurt is totaal onbekend voor haar. Hij gaat weer een hoek om, het volgende straatje in. Ze sluipt naar de hoek van de straat en gluurt om de hoek. Hij is al bijna weer de volgende hoek om, wanneer hij zich plots omdraait. Ze trekt haar hoofd terug en voelt haar hart kloppen in haar keel. Ze blijft nog even staan, bang om zo snel alweer te kijken. Na een aantal seconden spiekt ze toch om het hoekje en haar man is niet meer te zien. Ze rent naar het einde van het straatje, het geluid van haar hakken weerkaatst tegen de muren van de huizen. Op het punt waar haar man stilstond, kijkt ze weer de hoek om. Daar ziet ze hem no...