Wanneer ik mijn verhalen schrijf denk ik veel te lang na over bepaalde dingen. De zinnen zijn te lang, de zinnen sluiten niet mooi op elkaar aan. Ik weet gewoon niet wat ik elke verkeerd doe, waardoor prop na prop in de prullenbak verdwijnt. Vaak haal ik ze na een lange dag proberen er allemaal weer uit, en vouw ik ze weer opnieuw open. Ik denk dat ik te kritisch ben, sommige lijnen van mijn verhalen zijn namelijk echt goed. Maar ja, de vraag is dan natuurlijk weer hoe je daar van een verhaaltje kan schrijven.
Vaak raak ik gefrustreerd van mezelf, dat ik een hele middag na denk over één zin. Vervolgens belandt die ene zin toch ook weer de prullenbak.
Ook nu zit ik mijn hersenen te pijnigen over de openingszin, maar er schiet maar niets te binnen. Ik moet iets nieuws hebben in mijn leven. Iets waar ik nieuwe creativiteit uit kan halen, iets wat me weer laat prikkelen om te schrijven.
Ik kijk om me heen en zie een rommelige zolderkamer. Overal liggen notitieblokken en stukjes papier. Mijn ideeënbord hangt vol met kleine papiertjes, waar ik allemaal zinnen opschrijf en vervolgens ophang om ze niet te vergeten. Ik sta op om er is een aantal te bekijken, misschien kan ik er vandaag wel wat mee.
De eerste briefjes kan ik sowieso al niet gebruiken. Vandaag wil ik is geen moordverhaal schrijven. De mensen om mij heen beginnen te denken dat ik depressief ben, vanwege de gebeurtenissen in mijn verhalen. Ze denken dat ik dat schrijf, omdat ik mij op dat moment zo voel. Gelukkig is niets minder waar, anders had ik vanaf mijn eerste verhaal al niet meer geleefd.
Nee, vandaag dus geen moord. Vandaag wil ik is wat anders gaan proberen. De liefde ligt mij slecht, ik ben een romantische ramp. Ook met dieren heb ik heel weinig. Ik vind het leuker om ze op te eten, dan ze te bekijken en er een indruk van te krijgen.
Het bord hangt heel vol en achter sommige punaises heb ik wel vier of vijf stukjes papier hangen. Ik besluit mijn werktafel op te ruimen, en mijn prikbord op te schonen. Van sommige papiertjes heb ik al een verhaal geschreven, en anderen staat me gewoon helemaal niet aan.
Ik veeg al mijn papieren van mijn bureau, en besluit dat het opgeruimd is. Was het verhalen schrijven maar net zo simpel als dit. Het prikbord leg ik in het midden van mijn bureau, en ik haal de punaises er één voor één vanaf. Vervolgens keer ik mijn prikbord om zodat alle papiertjes op mijn bureau vallen, en ik prik de punaises weer op. Het prikbord zet ik aan de zijkant van mijn bureau, zodat me dat niet in de weg kan staan. Ik schuif alle papiertjes bij elkaar op een hoopje, en pak het eerste stukje papier op.
'Het was een mooie zomerdag, maar helaas kon Annelies daar maar weinig van genieten,' lees ik hardop voor. Maar helaas kon Annelies daar maar weinig van genieten, wat is dat nou weer voor een rare zin? Ik wil het briefje alweer verfrommelen, maar ik bedenk me net op tijd.
'Wat nou, als ik daar is van zou maken, eehm'. Mijn hersenen denken op volle toeren met me mee, maar op de één of andere manier kan ik er gewoon geen logische zin van maken. Alsnog gooi ik het papiertje in de prullenbak. Zie je nou hoe kritisch ik ben? Ieder normaal mens die niet bang is voor letters kan hier toch een normale zin van maken? Eentje die lekker loopt, eentje die goed over de tong rolt.
Het volgende papiertje pak ik helemaal van onder. Ah, op dit papiertje is het mooie winterse dag. Hoe kan de winter nou mooi zijn? Alle mensen zijn diep wegdoken in hun capuchons waardoor je vaak niet eens meer hun ogen ziet, en iedereen is altijd chagrijnig en boos. Met een kwaad gevoel gooi ik het papiertje meteen in de prullenbak.
De stapel met kleine papiertjes word ondertussen steeds kleiner. Ik denk dat ik ondertussen al 30 openingszinnen van mezelf heb gelezen, en daar was er één van waarover ik half tevreden was. De rest is allemaal weggegooid. Ik worstel mezelf door mijn eigen handschrift, verbaas me dat ik af en toe zo lelijk schrijf als ik haast heb. Dit papiertje wat ik nu namelijk heb, is vrijwel niet te lezen. Ik besluit om het niet weg te gooien want, wanhopig als ik ben, dit zou misschien wel is die ene zin kunnen zijn die ik nodig heb!
Als ik me eindelijk door mijn stapeltje papiertjes heb gewerkt, zie ik op de klok dat het 8 uur is. Shit, snel naar beneden! Misschien is er wel iets interessants gebeurt in de wereld waar ik over kan schrijven!
Met 2 treden tegelijk storm ik de trap af, en de tune van het nieuws is net afgelopen wanneer ik de tv aanzet. Ik staar naar de tv terwijl Sacha de Boer haar verhaal opleest van de auto cue. Het lijkt haar ook niets te kunnen schelen. Ik luister nog even naar het weer, Willemijn Hoebert maakt altijd grappige taalfouten waar ik misschien wel iets mee zou kunnen.
Teleurgesteld zet ik de tv weer uit. Ik wist ook wel dat ik er niets mee zou kunnen. Nog nooit heb ik over een nieuwsitem geschreven. Journalist is ook niets voor mij.
Ik zou er op uit moeten gaan. Op vakantie of zoiets. Ik zou een verhaal kunnen schrijven over een mooi koraalrif, met de mooie gekleurde visjes. Tja, ik zou zelfs een verhaal kunnen schrijven over het tobben van mezelf, en hoe lastig het voor mij is om een normaal verhaal te produceren. Dat is het!
Ik ren naar de keukentafel voor papier, tenslotte ligt er over al papier in mijn huis voor die ene zin. Ook heb ik duizenden pennen door het hele huis liggen, zo heb ik er altijd één bij de hand. En juist op dit moment, dat was te verwachten, kan ik geen pen vinden. 'Vergeet de zin niet!,' roep ik tegen mezelf terwijl ik verschillende lades open ruk om een pen te vinden. Gehaast draai ik me om, en zie dat er een pen op het midden van de tafel ligt. Sukkel, had je het bijna verpest! Ik neem niet eens de moeite om te gaan zitten en in mijn lelijke, gehaaste handschrift schrijf ik: Wanneer ik mijn verhalen schrijf denk ik veel te lang na over bepaalde dingen.
Vaak raak ik gefrustreerd van mezelf, dat ik een hele middag na denk over één zin. Vervolgens belandt die ene zin toch ook weer de prullenbak.
Ook nu zit ik mijn hersenen te pijnigen over de openingszin, maar er schiet maar niets te binnen. Ik moet iets nieuws hebben in mijn leven. Iets waar ik nieuwe creativiteit uit kan halen, iets wat me weer laat prikkelen om te schrijven.
Ik kijk om me heen en zie een rommelige zolderkamer. Overal liggen notitieblokken en stukjes papier. Mijn ideeënbord hangt vol met kleine papiertjes, waar ik allemaal zinnen opschrijf en vervolgens ophang om ze niet te vergeten. Ik sta op om er is een aantal te bekijken, misschien kan ik er vandaag wel wat mee.
De eerste briefjes kan ik sowieso al niet gebruiken. Vandaag wil ik is geen moordverhaal schrijven. De mensen om mij heen beginnen te denken dat ik depressief ben, vanwege de gebeurtenissen in mijn verhalen. Ze denken dat ik dat schrijf, omdat ik mij op dat moment zo voel. Gelukkig is niets minder waar, anders had ik vanaf mijn eerste verhaal al niet meer geleefd.
Nee, vandaag dus geen moord. Vandaag wil ik is wat anders gaan proberen. De liefde ligt mij slecht, ik ben een romantische ramp. Ook met dieren heb ik heel weinig. Ik vind het leuker om ze op te eten, dan ze te bekijken en er een indruk van te krijgen.
Het bord hangt heel vol en achter sommige punaises heb ik wel vier of vijf stukjes papier hangen. Ik besluit mijn werktafel op te ruimen, en mijn prikbord op te schonen. Van sommige papiertjes heb ik al een verhaal geschreven, en anderen staat me gewoon helemaal niet aan.
Ik veeg al mijn papieren van mijn bureau, en besluit dat het opgeruimd is. Was het verhalen schrijven maar net zo simpel als dit. Het prikbord leg ik in het midden van mijn bureau, en ik haal de punaises er één voor één vanaf. Vervolgens keer ik mijn prikbord om zodat alle papiertjes op mijn bureau vallen, en ik prik de punaises weer op. Het prikbord zet ik aan de zijkant van mijn bureau, zodat me dat niet in de weg kan staan. Ik schuif alle papiertjes bij elkaar op een hoopje, en pak het eerste stukje papier op.
'Het was een mooie zomerdag, maar helaas kon Annelies daar maar weinig van genieten,' lees ik hardop voor. Maar helaas kon Annelies daar maar weinig van genieten, wat is dat nou weer voor een rare zin? Ik wil het briefje alweer verfrommelen, maar ik bedenk me net op tijd.
'Wat nou, als ik daar is van zou maken, eehm'. Mijn hersenen denken op volle toeren met me mee, maar op de één of andere manier kan ik er gewoon geen logische zin van maken. Alsnog gooi ik het papiertje in de prullenbak. Zie je nou hoe kritisch ik ben? Ieder normaal mens die niet bang is voor letters kan hier toch een normale zin van maken? Eentje die lekker loopt, eentje die goed over de tong rolt.
Het volgende papiertje pak ik helemaal van onder. Ah, op dit papiertje is het mooie winterse dag. Hoe kan de winter nou mooi zijn? Alle mensen zijn diep wegdoken in hun capuchons waardoor je vaak niet eens meer hun ogen ziet, en iedereen is altijd chagrijnig en boos. Met een kwaad gevoel gooi ik het papiertje meteen in de prullenbak.
De stapel met kleine papiertjes word ondertussen steeds kleiner. Ik denk dat ik ondertussen al 30 openingszinnen van mezelf heb gelezen, en daar was er één van waarover ik half tevreden was. De rest is allemaal weggegooid. Ik worstel mezelf door mijn eigen handschrift, verbaas me dat ik af en toe zo lelijk schrijf als ik haast heb. Dit papiertje wat ik nu namelijk heb, is vrijwel niet te lezen. Ik besluit om het niet weg te gooien want, wanhopig als ik ben, dit zou misschien wel is die ene zin kunnen zijn die ik nodig heb!
Als ik me eindelijk door mijn stapeltje papiertjes heb gewerkt, zie ik op de klok dat het 8 uur is. Shit, snel naar beneden! Misschien is er wel iets interessants gebeurt in de wereld waar ik over kan schrijven!
Met 2 treden tegelijk storm ik de trap af, en de tune van het nieuws is net afgelopen wanneer ik de tv aanzet. Ik staar naar de tv terwijl Sacha de Boer haar verhaal opleest van de auto cue. Het lijkt haar ook niets te kunnen schelen. Ik luister nog even naar het weer, Willemijn Hoebert maakt altijd grappige taalfouten waar ik misschien wel iets mee zou kunnen.
Teleurgesteld zet ik de tv weer uit. Ik wist ook wel dat ik er niets mee zou kunnen. Nog nooit heb ik over een nieuwsitem geschreven. Journalist is ook niets voor mij.
Ik zou er op uit moeten gaan. Op vakantie of zoiets. Ik zou een verhaal kunnen schrijven over een mooi koraalrif, met de mooie gekleurde visjes. Tja, ik zou zelfs een verhaal kunnen schrijven over het tobben van mezelf, en hoe lastig het voor mij is om een normaal verhaal te produceren. Dat is het!
Ik ren naar de keukentafel voor papier, tenslotte ligt er over al papier in mijn huis voor die ene zin. Ook heb ik duizenden pennen door het hele huis liggen, zo heb ik er altijd één bij de hand. En juist op dit moment, dat was te verwachten, kan ik geen pen vinden. 'Vergeet de zin niet!,' roep ik tegen mezelf terwijl ik verschillende lades open ruk om een pen te vinden. Gehaast draai ik me om, en zie dat er een pen op het midden van de tafel ligt. Sukkel, had je het bijna verpest! Ik neem niet eens de moeite om te gaan zitten en in mijn lelijke, gehaaste handschrift schrijf ik: Wanneer ik mijn verhalen schrijf denk ik veel te lang na over bepaalde dingen.
Reacties
Ps detail: let op het woordje 'eens' of 'ns, dat schrijf jij als "is", dat is echt niet goed (spreektaal) en zelfs storend bij het lezen.
Groeten
Inge Wolfs (ik schrijf ook, geef schrijfworkshops en ben remedial teacher in het CSgebouw in Sterrenburg, Dordrecht).