De bomen vliegen langs me heen en ik betrap mezelf op een glimlach. In de achteruitkijkspiegel zie ik dat de politie me niet goed bij kan houden. Gevaarlijk haal ik andere auto's in, die ik toeterend achter me laat. Ik zet de radio harder, een euforisch gevoel bekruipt me. Het lijkt wel alsof ik vlieg!
Het liedje op de radio zorgt ervoor dat ik het gaspedaal nog iets harder indruk. Dit is één van mijn favoriete liedjes waar ik veel goede herinneringen aan heb.
De politieauto raakt steeds verder achterop en ik begin hardop te lachen. Het laatste biertje in het café en het gezellige gesprek met Berend hebben me net iets te goed gedaan. Glas na glas werd ingeschonken. Toen ik me licht begon te voelen in mijn hoofd, ben ik overgestapt op de cola.
"Misschien moet je eens niet teveel nadenken Peter", zei Barend tegen me.
Bedenkelijk keek ik hem aan, ik wist niet hoe ik hierop moest reageren.
"Ik weet dat je nu gewoon weer aan het nadenken bent. Het gaat maar om een auto die je gaat kopen. Je laat dat ding keuren en vervolgens kun je er de weg mee op."
"Ik weet niet of ik wel kan rijden met zo'n auto. Deze gaat veel te snel, lijkt me veel te breekbaar."
Ondertussen scrolde Barend verder door de foto's van de auto, die hij op zijn iPad had gevonden. Af en toe humde hij goedkeurend en knikte daar dan bij.
Ik zet mijn grote lichten aan en druk het gaspedaal nog verder in. De lichten van de politie zie ik al niet meer en ik rij nog even door op de honderdtachtig kilometer per uur. Nadat ik een auto rakelings heb ingehaald besluit ik weer af te remmen. Langzaam druk ik mijn rempedaal in en voorzichtig laat ik de auto naar de toegestane snelheid gaan. Ik voel dat mijn achterbanden slippen en ik geef een klein rukje aan het stuur zodat ik niet van de weg af raak.
In een flits merk ik dat ik teveel bijgestuurd heb. Ik verlies de controle over het stuur, dat zijn eigen wil lijkt te hebben. Felle lichten van koplampen schijnen in mijn ogen. De auto maakt een halve draai, de verkeerde rijbaan op. Luid getoeter raast voorbij, meerdere auto's zie ik op mij afkomen.
"Als je die zorgen van je nou eens kan laten gaan. Heerlijk de weg op, veel te hard rijden. Doe eens dingen buiten boekje. Wees eens niet zo stijf."
"Ik doe niet stijf. Ik heb gewoon heel erg mijn twijfels. Kan ik hier wel mee omgaan? Wat zal er gebeuren als ik buiten mijn boekje ga zoals jij zegt?"
"Het zal echt niet zo zijn dat je meteen vanavond een ongeluk krijgt Peter. Als jij met die gedachte al de weg op gaat dan is dat volgens mij niet helemaal gezond."
"Je weet toch al heel lang dat ik zo ben? Waarom moet daar dan opeens verandering in komen? Ik betwijfel gewoon of dit goed gaat."
"Ik koop de auto voor je", zei Barend opeens.
Een harde botsing zorgt ervoor dat ik tot stilstand kom, ook al tolt mijn hoofd nog na. De airbag schiet uit het stuur en beneemt me mijn adem. In paniek probeer ik de airbag uit mijn gezicht te halen en ik sla er wild tegenaan.
Na wat een eeuwigheid lijkt te zijn, laat de airbag eindelijk zijn lucht los en ik kan ik weer normaal adem halen. Het enige waar ik nog aan denk is aan wat Barend zei: "Doe eens buiten je boekje."
Reacties