Stiekem bekeek ik hem van achter mijn boekje. Ik wist dat hij hier werkte, daarom kwam ik daar veel te vaak. Ik schreef zijn werkuren op, in de hoop dat ik er over een tijdje een patroon in zou vinden. Dan kon ik hem nog vaker zien.
Op school liep ik hem ook achterna. Ik wist wie zijn vrienden waren, wie zijn exen waren en wie hij helemaal niet mocht. Mij had hij nog nooit gezien. Via Facebook en Twitter kwam ik van alles over hem te weten. Hij had mij geaccepteerd als vriend. Dat was mijn eerste stap naar hem geweest.
De sportvelden waren zijn tweede thuis. Vaak oefende hij honkbal na schooltijd. Met mijn camera in de aanslag zat ik te kijken wanneer hij raak sloeg. Zijn lichaam draaide dan een halve slag mee. Veel foto's zou ik daarvan moeten hebben, als ze niet allemaal te laat gemaakt waren.
Eén keer kwam hij heel dichtbij me terwijl ik in de bosjes zat te schuilen. Hij stond in het veld en de bal werd mijn kant opgeslagen. Veel te snel kwam hij dichterbij en mijn hart ging als een razende tekeer. Muisstil zat ik daar. Als ik mijn arm had uitgestoken kon ik zijn wang strelen, zo dichtbij was hij. Helaas was het maar een kort moment en voor ik het wist was rende hij alweer terug naar het veld.
Het huis waarin hij woonde was een grote villa. Ik was erachter gekomen dat zijn vader advocaat is en zijn moeder kinderdokter. Hij had toen ook een klein zusje, die het aan niets ontbrak. Ik wist niet zeker hoe oud zij toen was, ik geloof een jaar of twaalf. Niet dat dat belangrijk was voor mij, het draaide allemaal om hem.
Op een dag had zijn zusje de voordeur open laten staan toen ik hem probeerde in de gaten te houden. Hij was druk bezig met het gazon te maaien. Ik pakte mijn kans en sloop van bosje naar bosje richting de villa. Ik snelde door de ingang en kwam terecht in een prachtige hal met een grote trap naar boven. Ik rende de trap op en boven kon ik twee kanten op. De gok op links liet mij over een soort van balkon lopen. Aan het eind was een deur met een bordje erop 'Kamer van Jason'. Mijn hart sloeg over en drukte zachtjes de klink naar beneden. Zijn kamer was keurig opgeruimd, iets wat ik niet had verwacht. Aan de muren hingen verschillende posters van honkballegendes, die ik geen van alle herkende. Op zijn dressoir lag een honkbalknuppel in een glazen vitrine. De laptop stond aan op zijn bureau en ik besloot stiekem te kijken.
"Jason! Jason waar ben je?", hoorde ik een meisjesstem schril roepen. Ik schrok me rot en schoot onder zijn bed, het enige wat ik op dat moment als goede verstopplaats zag. Zijn zusje stormde zijn kamer binnen en ik kroop dieper weg onder het bed.
Nu zijn we twintig jaar verder en ik moet lachen van de herinneringen hieraan. Vooral als ik zie hoeveel moeite ik uiteindelijk heb moeten doen om zijn aandacht te krijgen. Dat ik zo wanhopig verliefd op hem was. Onze kinderen spelen op het gazon van de tuin die hij net heeft gemaaid. Ik kijk hoe ze met zijn drieën spelen. De honkballen vliegen af en toe wel heel hoog de lucht in.
Reacties