Angstig keek ze vanaf het podium naar beneden. De man die haar gekocht had zag er vreselijk uit. Een grijns speelde om zijn lippen toen hij gebaarde dat ze naar hem toe moest komen. Haar knikkende knieën hielden haar maar net overeind, toen ze stapje voor stapje op hem af liep. Hij tilde haar op en draaide haar in het rond met zijn sterke handen. De andere mannen joelden toen ze zagen dat de vrouw geen ondergoed aanhad. Gegeneerd gebaarde de vrouw dat hij haar moest laten zakken, maar in plaats daarvan sloeg hij op haar achterste en gooide haar over zijn schouder. Verwoed knipperde ze de tranen weg en hief haar hoofd dapper op. De man bracht haar naar een klein huisje, niet ver van het plein waar ze zojuist was verkocht. Hij opende de deur en zurige walm van bier en zweet bedwelmde haar. Hij liet haar neervallen op een stoel, die onder haar weinige gewicht toch nog luid kraakte.
"Nu ga je eerst eens eten voor mij maken vrouw", zei de man op een dwingende toon tegen haar. Ze keek hem aan en bleef rustig zitten. Ze gaf geen enkele reactie. Van haar moeder had ze geleerd dat ze niets terug hoefde te zeggen tegen mannen die onaardig tegen haar deden. Dit kwam haar echter duur te staan. Zijn hand schoot richting haar wang en het volgende moment proefde ze de ijzeren smaak van bloed in haar mond. Ze gaf een gil van schrik en deinsde terug toen zijn hand weer naar hand gezicht kwam. Snel stond ze op en liep naar het vieze fornuis. Schone pannen stonden er niet, dus koos ze er eentje die het meest schoon leek. Hij wees haar waar de eieren en het spek lagen.
Nadat de man zijn lunch had opgegeten beval hij haar de tobbe te vullen met warm water. Ze kookte water in een pannetje op het fornuis en probeerde het zo snel mogelijk vol te krijgen. Na drie kwartier was de tobbe eindelijk gevuld. De man vroeg haar of ze hem uit wilde kleding en ze deed het meteen. Ze moest hem helemaal schrobben.
Eindelijk vond de man dat hij helemaal goed schoon was en toen ze klaar was met hem afdrogen mocht ze ook wat eten. Een stukje droog brood en wat water was alles wat ze kreeg.
Twee weken later lag ze ziek op bed. Ze was bont en blauw geslagen en al haar spieren deden pijn. De man wilde eigenlijk niet de kosten voor een dokter te betalen, maar hij besloot dat het zo ook niet langer door kon gaan. Ze at veel maar deed niets, dat kon hij niet gebruiken.
De dokter arriveerde in de middag om de vrouw te onderzoeken. De man stuurde hem naar een klein zijkamertje waar alleen een bed stond. Persoonlijke spullen van de vrouw stonden er niet, die waren haar allemaal afgenomen bij de veiling. Voorzichtig ging hij aan de rand van haar bed zitten en sprak zacht tegen haar wat hij zou gaan doen. Hij nam haar temperatuur op, bekeek de verwondingen en gaf haar wat pillen om de pijn te kunnen verdragen. Ook gaf hij haar andere pillen. Hij vertelde haar dat ze met deze pillen de klappen niet zo hard zou voelen. Ze bedankte hem en gaf hem een kus op zijn wang. Voordat de dokter daadwerkelijk de kamer verliet zei hij met een veel betekende blik tegen haar: "Je gaat het hier niet lang volhouden. Als ik jou was, zou ik vluchten. Zoek een man die wel goed voor je. Ik zal zorgen dat deze man niet meer jou eigenaar is, als ik hoor dat je verdwenen bent." Met deze woorden haastte hij zich de kamer uit, zijn geld moest worden geïnd bij de man.
Na nog drie dagen ziekbed voelde de vrouw zich aanzienlijk beter en kwam voor het eerst sinds drie weken weer haar bed uit. De man was blij dat ze weer was opgeknapt, zodat het huisje wat in verval was geraakt, weer opgeruimd zou worden. Ze begon weer aan de dagelijkse taken, maar dit keer met een ander gevoel.
Elke avond als ze naar bed ging dacht ze aan de woorden die dokter had gezegd tegen haar. Een plan om te ontsnappen nestelde zich in haar hersenen en ze zag het helemaal voor zich. Het enige wat ze hoefde te doen, was de deur uitlopen wanneer de man er niet was.
De man merkte daarentegen dat ze liep te dagdromen overdag. Ze hoorde hem niet altijd wanneer hij haar riep en vond haar dan in de keuken. Starend uit het raam reageerde ze op bijna niets. Een tik op haar achterhoofd bracht haar snel weer terug naar het heden. Straf kon hij haar moeilijk geven. Hooguit huisarrest, maar dan werden de boodschappen niet gedaan. Hij besloot dat een paar stokslagen wel haar hoofd hier kon houden. De stok had hij al, hij moest alleen wachten tot het donker was zodat het dorp sliep en niemand het zou horen.
Terwijl de man zijn eigen plannetje aan het smeden was, zat ook de vrouw niet stil. Vanavond was het zover, had ze besloten. Een zakje met wit spul lag op het aanrecht, wat ze zo in zijn thee zou doen. Eén pilletje versufte haar al, met drie zou de man wel genoeg hebben om niet meer achter haar aan te kunnen komen.
Ze mengde het met het warme water en liet de thee extra lang trekken zodat de smaak van de pillen zou verdwijnen. Ze lachte zoet naar hem terwijl ze de dampende kop op de tafel naast hem neerzette.
Het was hartstikke donker toen ze de deur uitstapte. De man lag te slapen in zijn stoel, het was dus niet moeilijk om weg te sluipen. Ze liep door het dorp waar op dit uur van de dag geen mens meer op straat was. De kinderkopjes deden pijn onder haar blote voeten en de vodden om haar lichaam wapperde in de wind. De honger en dorst probeerde ze te negeren. Aan het eind van het dorp begon de rand van het bos en ze wist dat daar een jonge boer woonde. Ze liep richting de boerderij van de boer en bleef op een kleine afstand kijken. Er brandde nog licht achter de ramen in keuken, ze kon de eettafel van hieraf zien. Ze zag dat de boer alleen aan tafel zat, zijn hoofd in zijn handen. Het blonde haar stak tussen zijn vingers door. Hij had een geblokte trui of vest aan.
Ze liep een rondje om de boerderij, die ontzettend groot was. De tuin was iets kleiner en het veld daarachter was bijna twee keer zo groot als het huis. Achterin de tuin zag ze een kippenhok. Ze liep er naar toe. Zachtjes begonnen de eerste regendruppels uit de hemel te vallen en ze besloot in het kippenhok te gaan zitten. Krakend opende ze de deur, hopend dat de boer het niet zou horen. In een hoekje dook ze weg, met het voornemen hier weer weg te zijn wanneer de regen zou stoppen. Het begon steeds harder te regenen en de druppels roffelden op het dak van het hok. Bij dit geluid viel ze langzaam in een onrustige slaap.
De volgende morgen schrok ze wakker van de deur die krakend open ging, De kippen begonnen hard te kakelen. Licht in paniek hoorde ze hoe de boer de eieren verzamelde. De voetstappen kwamen dichterbij maar ze durfde niet omhoog te kijken, angstig wat de boer met haar zou gaan doen. Door een spleetje van haar ogen zag ze hoe de boer voor haar neer hurkte.
"Wat doe jij hier?", vroeg hij met een zachte stem, maar haar stem bleef steken in haar keel.
"Nu ga je eerst eens eten voor mij maken vrouw", zei de man op een dwingende toon tegen haar. Ze keek hem aan en bleef rustig zitten. Ze gaf geen enkele reactie. Van haar moeder had ze geleerd dat ze niets terug hoefde te zeggen tegen mannen die onaardig tegen haar deden. Dit kwam haar echter duur te staan. Zijn hand schoot richting haar wang en het volgende moment proefde ze de ijzeren smaak van bloed in haar mond. Ze gaf een gil van schrik en deinsde terug toen zijn hand weer naar hand gezicht kwam. Snel stond ze op en liep naar het vieze fornuis. Schone pannen stonden er niet, dus koos ze er eentje die het meest schoon leek. Hij wees haar waar de eieren en het spek lagen.
Nadat de man zijn lunch had opgegeten beval hij haar de tobbe te vullen met warm water. Ze kookte water in een pannetje op het fornuis en probeerde het zo snel mogelijk vol te krijgen. Na drie kwartier was de tobbe eindelijk gevuld. De man vroeg haar of ze hem uit wilde kleding en ze deed het meteen. Ze moest hem helemaal schrobben.
Eindelijk vond de man dat hij helemaal goed schoon was en toen ze klaar was met hem afdrogen mocht ze ook wat eten. Een stukje droog brood en wat water was alles wat ze kreeg.
Twee weken later lag ze ziek op bed. Ze was bont en blauw geslagen en al haar spieren deden pijn. De man wilde eigenlijk niet de kosten voor een dokter te betalen, maar hij besloot dat het zo ook niet langer door kon gaan. Ze at veel maar deed niets, dat kon hij niet gebruiken.
De dokter arriveerde in de middag om de vrouw te onderzoeken. De man stuurde hem naar een klein zijkamertje waar alleen een bed stond. Persoonlijke spullen van de vrouw stonden er niet, die waren haar allemaal afgenomen bij de veiling. Voorzichtig ging hij aan de rand van haar bed zitten en sprak zacht tegen haar wat hij zou gaan doen. Hij nam haar temperatuur op, bekeek de verwondingen en gaf haar wat pillen om de pijn te kunnen verdragen. Ook gaf hij haar andere pillen. Hij vertelde haar dat ze met deze pillen de klappen niet zo hard zou voelen. Ze bedankte hem en gaf hem een kus op zijn wang. Voordat de dokter daadwerkelijk de kamer verliet zei hij met een veel betekende blik tegen haar: "Je gaat het hier niet lang volhouden. Als ik jou was, zou ik vluchten. Zoek een man die wel goed voor je. Ik zal zorgen dat deze man niet meer jou eigenaar is, als ik hoor dat je verdwenen bent." Met deze woorden haastte hij zich de kamer uit, zijn geld moest worden geïnd bij de man.
Na nog drie dagen ziekbed voelde de vrouw zich aanzienlijk beter en kwam voor het eerst sinds drie weken weer haar bed uit. De man was blij dat ze weer was opgeknapt, zodat het huisje wat in verval was geraakt, weer opgeruimd zou worden. Ze begon weer aan de dagelijkse taken, maar dit keer met een ander gevoel.
Elke avond als ze naar bed ging dacht ze aan de woorden die dokter had gezegd tegen haar. Een plan om te ontsnappen nestelde zich in haar hersenen en ze zag het helemaal voor zich. Het enige wat ze hoefde te doen, was de deur uitlopen wanneer de man er niet was.
De man merkte daarentegen dat ze liep te dagdromen overdag. Ze hoorde hem niet altijd wanneer hij haar riep en vond haar dan in de keuken. Starend uit het raam reageerde ze op bijna niets. Een tik op haar achterhoofd bracht haar snel weer terug naar het heden. Straf kon hij haar moeilijk geven. Hooguit huisarrest, maar dan werden de boodschappen niet gedaan. Hij besloot dat een paar stokslagen wel haar hoofd hier kon houden. De stok had hij al, hij moest alleen wachten tot het donker was zodat het dorp sliep en niemand het zou horen.
Terwijl de man zijn eigen plannetje aan het smeden was, zat ook de vrouw niet stil. Vanavond was het zover, had ze besloten. Een zakje met wit spul lag op het aanrecht, wat ze zo in zijn thee zou doen. Eén pilletje versufte haar al, met drie zou de man wel genoeg hebben om niet meer achter haar aan te kunnen komen.
Ze mengde het met het warme water en liet de thee extra lang trekken zodat de smaak van de pillen zou verdwijnen. Ze lachte zoet naar hem terwijl ze de dampende kop op de tafel naast hem neerzette.
Het was hartstikke donker toen ze de deur uitstapte. De man lag te slapen in zijn stoel, het was dus niet moeilijk om weg te sluipen. Ze liep door het dorp waar op dit uur van de dag geen mens meer op straat was. De kinderkopjes deden pijn onder haar blote voeten en de vodden om haar lichaam wapperde in de wind. De honger en dorst probeerde ze te negeren. Aan het eind van het dorp begon de rand van het bos en ze wist dat daar een jonge boer woonde. Ze liep richting de boerderij van de boer en bleef op een kleine afstand kijken. Er brandde nog licht achter de ramen in keuken, ze kon de eettafel van hieraf zien. Ze zag dat de boer alleen aan tafel zat, zijn hoofd in zijn handen. Het blonde haar stak tussen zijn vingers door. Hij had een geblokte trui of vest aan.
Ze liep een rondje om de boerderij, die ontzettend groot was. De tuin was iets kleiner en het veld daarachter was bijna twee keer zo groot als het huis. Achterin de tuin zag ze een kippenhok. Ze liep er naar toe. Zachtjes begonnen de eerste regendruppels uit de hemel te vallen en ze besloot in het kippenhok te gaan zitten. Krakend opende ze de deur, hopend dat de boer het niet zou horen. In een hoekje dook ze weg, met het voornemen hier weer weg te zijn wanneer de regen zou stoppen. Het begon steeds harder te regenen en de druppels roffelden op het dak van het hok. Bij dit geluid viel ze langzaam in een onrustige slaap.
De volgende morgen schrok ze wakker van de deur die krakend open ging, De kippen begonnen hard te kakelen. Licht in paniek hoorde ze hoe de boer de eieren verzamelde. De voetstappen kwamen dichterbij maar ze durfde niet omhoog te kijken, angstig wat de boer met haar zou gaan doen. Door een spleetje van haar ogen zag ze hoe de boer voor haar neer hurkte.
"Wat doe jij hier?", vroeg hij met een zachte stem, maar haar stem bleef steken in haar keel.
Reacties