Geruisloos trok zij een pijl uit haar koker, haar doel was nu helemaal zichtbaar. Ze zette de pijl op haar pees en legde de punt op haar hand. Langzaam trok ze de pees naar achter, haar ogen nog steeds op het doel gericht. Ze trok haar hand verder naar achter en liet de pees los. De pijl schoot met flinke snelheid richting haar doel.
Een glimlach verscheen op haar gezicht toen ze zag dat ze haar doel in de nek had geraakt. Daar waar de haas op zijn achterpoten had gestaan, lag hij nu op de grond. Langzaam liep ze er naar toe en trok de pijl uit zijn nek. Ze hing de haas met zijn achterpoten aan haar riem en vervolgde stil haar weg. De takken die onder haar voeten braken vulden de stilte in het bos. Dichte mist hing als een dikke deken boven haar hoofd en haar haar zat vol met kleine waterdruppeltjes.
Ze liep richting het kleine hutje op een kleine, open plek in het bos. Grote eikenbomen omringden de open plek met een vijvertje naast de hut. Boven het water zweefde de mist als gedaantes. De houten muren van het hutje waren bedekt door een klimop. Alleen het raampje hield ze vrij.
De deur kraakte hevig toen ze het deurtje open deed en ze stapte de kleine ruimte binnen. Aan de muren hingen koppen van dieren en gezouten vlees. Achterin de kamer hing een grote kookpot in een open schouw. Op de grond lag een bed van stro met rafelige dekens er op. In de hoek stond een kleine tafel met één stoel en vuile bordjes en glazen er op.
Ze zocht naar een touwtje en knoopte de poten van de haas bij elkaar. Er was nog een vrij haakje bij de schouw, waar ze haar haas aan hing. Het konijn wat er naast hing, moest ze vandaag opeten. Het was eergisteren al gevild en klaar gemaakt, ze was het alleen vergeten te zouten. De duif die er naast hing vloog namelijk op dat moment voorbij, en die wilde ze heel graag hebben.
Ze haalde haar schouders op en het konijn verdween uit haar gedachte. Ze liep richting de stoel en ging voorzichtig zitten. Het midden zakte ver in en ze wist dat het niet lang meer zou duren voordat de stoel doorzakte. Ze kromde haar rug en boog naar haar voeten om deze te masseren. Scherpe takjes en doorntjes trok ze er uit. Altijd liep ze op blote voeten, door de dikke eeltlaag voelde ze hier niet veel meer van. Geduldig trok ze alles er uit en goot wat jenever over haar voeten zodat ze geen ontsteking zou krijgen. Door het brandende gevoel van de alcohol in haar open wonden vertrok haar gezicht in een pijnlijke grimas. Ze haalde diep adem en masseerde de alcohol verder in. Bloed vermengde zich met de jenever en ze beet hard op haar lip. Toen de alcohol was opgedroogd bleef ze nog even met haar benen omhoog zitten. Na een aantal minuten stond ze op en maakte vuur in de schouw. Het water in de kookpot was nog van gisteren, maar ze had geen zin om nieuw water te halen. Ze pakte wat droge twijgjes en stro van de stapel naast de haard en legde deze op het hout. Het geluid van de vuurstenen die tegen elkaar tikten overweldigde haar elke keer weer. Al snel sloeg een vonkje op het stro en de haard begon zwak te brandden. Zachtjes blies ze tot dat het vuur oversloeg op het hout. Uit haar ongemakkelijke houding voor de schouw stond ze weer op. Ze rechtte haar rug en liep richting de deur. Ze pakte haar boog en koker op, voordat ze deur achter zich dichttrok.
De nevel boven de vijver was opgetrokken nu de zon was doorgekomen. Langzaam liep ze naar de rand van het water. Haar boog legde ze weer neer, met haar pijlen erbij. Ze trok haar shirt over haar hoofd en gooide deze in het water. Haar korte broek landde er vlak naast. Voorzichtig voelde ze met haar grote teen of het water nog koud was. Een rilling liep over haar rug toen ze het zelfgemaakte trapje dat in het water stond afdaalde. Het water kwam tot net aan haar middel en ze zakte door knieën om haar hoofd onder te dompelen. Ze haalde haar handen door haar haar en voelde de kleine takjes die tussen haar vingers braken. Haar kleding viste ze uit het water en probeerde het een beetje schoon te maken. Haar kleding zat vol gaten en moddervlekken, en na een paar keer wrijven knikte ze goedkeurend. Vervolgens ging ze op haar rug liggen en bleef even zo liggen. De vijver was niet groot, maar met benen en armen gestrekt paste ze er nog net in.
Ze droomde weg bij de gedachte over een mooie, grote eland. Achter de bomen zag ze zichzelf staan, hoe ze haar boog klaarmaakte voor twee snelle schoten achter elkaar. Condens kwam uit zijn neusgaten terwijl hij graasde tussen de resten van het bos. Hij schraapte met zijn hoeven over de mulle grond, raakte met zijn gewei zachtjes de boom. Stil kwam ze een klein beetje achter de boom vandaan zodat ze eland helemaal in het zicht had. Ze legde de pijl op haar hand en trok de pees naar achter, wachtend op het juist moment om los te laten.
Op de achtergrond hoorde ze een geluid wat ze niet kende en ze schrok wakker uit haar dagdroom. Ze draaide zich richting de herkomst van het geluid, maar haar goede ogen zagen niets anders dan normaal. Onrustig trok ze haar natte kleding onhandig aan in het water. Ze kwam overeind en stapte de vijver uit. Haar boog en pijlenkoker raapte ze op, haar blik niet afgewend van de plek waar het geluid vandaan kwam. Langzaam liep ze richting het dichtbegroeide stuk en duwde zachtjes een takje aan de kant. Hierdoor kon ze eindelijk zien wat haar had afgeleid.
Een glimlach verscheen op haar gezicht toen ze zag dat ze haar doel in de nek had geraakt. Daar waar de haas op zijn achterpoten had gestaan, lag hij nu op de grond. Langzaam liep ze er naar toe en trok de pijl uit zijn nek. Ze hing de haas met zijn achterpoten aan haar riem en vervolgde stil haar weg. De takken die onder haar voeten braken vulden de stilte in het bos. Dichte mist hing als een dikke deken boven haar hoofd en haar haar zat vol met kleine waterdruppeltjes.
Ze liep richting het kleine hutje op een kleine, open plek in het bos. Grote eikenbomen omringden de open plek met een vijvertje naast de hut. Boven het water zweefde de mist als gedaantes. De houten muren van het hutje waren bedekt door een klimop. Alleen het raampje hield ze vrij.
De deur kraakte hevig toen ze het deurtje open deed en ze stapte de kleine ruimte binnen. Aan de muren hingen koppen van dieren en gezouten vlees. Achterin de kamer hing een grote kookpot in een open schouw. Op de grond lag een bed van stro met rafelige dekens er op. In de hoek stond een kleine tafel met één stoel en vuile bordjes en glazen er op.
Ze zocht naar een touwtje en knoopte de poten van de haas bij elkaar. Er was nog een vrij haakje bij de schouw, waar ze haar haas aan hing. Het konijn wat er naast hing, moest ze vandaag opeten. Het was eergisteren al gevild en klaar gemaakt, ze was het alleen vergeten te zouten. De duif die er naast hing vloog namelijk op dat moment voorbij, en die wilde ze heel graag hebben.
Ze haalde haar schouders op en het konijn verdween uit haar gedachte. Ze liep richting de stoel en ging voorzichtig zitten. Het midden zakte ver in en ze wist dat het niet lang meer zou duren voordat de stoel doorzakte. Ze kromde haar rug en boog naar haar voeten om deze te masseren. Scherpe takjes en doorntjes trok ze er uit. Altijd liep ze op blote voeten, door de dikke eeltlaag voelde ze hier niet veel meer van. Geduldig trok ze alles er uit en goot wat jenever over haar voeten zodat ze geen ontsteking zou krijgen. Door het brandende gevoel van de alcohol in haar open wonden vertrok haar gezicht in een pijnlijke grimas. Ze haalde diep adem en masseerde de alcohol verder in. Bloed vermengde zich met de jenever en ze beet hard op haar lip. Toen de alcohol was opgedroogd bleef ze nog even met haar benen omhoog zitten. Na een aantal minuten stond ze op en maakte vuur in de schouw. Het water in de kookpot was nog van gisteren, maar ze had geen zin om nieuw water te halen. Ze pakte wat droge twijgjes en stro van de stapel naast de haard en legde deze op het hout. Het geluid van de vuurstenen die tegen elkaar tikten overweldigde haar elke keer weer. Al snel sloeg een vonkje op het stro en de haard begon zwak te brandden. Zachtjes blies ze tot dat het vuur oversloeg op het hout. Uit haar ongemakkelijke houding voor de schouw stond ze weer op. Ze rechtte haar rug en liep richting de deur. Ze pakte haar boog en koker op, voordat ze deur achter zich dichttrok.
De nevel boven de vijver was opgetrokken nu de zon was doorgekomen. Langzaam liep ze naar de rand van het water. Haar boog legde ze weer neer, met haar pijlen erbij. Ze trok haar shirt over haar hoofd en gooide deze in het water. Haar korte broek landde er vlak naast. Voorzichtig voelde ze met haar grote teen of het water nog koud was. Een rilling liep over haar rug toen ze het zelfgemaakte trapje dat in het water stond afdaalde. Het water kwam tot net aan haar middel en ze zakte door knieën om haar hoofd onder te dompelen. Ze haalde haar handen door haar haar en voelde de kleine takjes die tussen haar vingers braken. Haar kleding viste ze uit het water en probeerde het een beetje schoon te maken. Haar kleding zat vol gaten en moddervlekken, en na een paar keer wrijven knikte ze goedkeurend. Vervolgens ging ze op haar rug liggen en bleef even zo liggen. De vijver was niet groot, maar met benen en armen gestrekt paste ze er nog net in.
Ze droomde weg bij de gedachte over een mooie, grote eland. Achter de bomen zag ze zichzelf staan, hoe ze haar boog klaarmaakte voor twee snelle schoten achter elkaar. Condens kwam uit zijn neusgaten terwijl hij graasde tussen de resten van het bos. Hij schraapte met zijn hoeven over de mulle grond, raakte met zijn gewei zachtjes de boom. Stil kwam ze een klein beetje achter de boom vandaan zodat ze eland helemaal in het zicht had. Ze legde de pijl op haar hand en trok de pees naar achter, wachtend op het juist moment om los te laten.
Op de achtergrond hoorde ze een geluid wat ze niet kende en ze schrok wakker uit haar dagdroom. Ze draaide zich richting de herkomst van het geluid, maar haar goede ogen zagen niets anders dan normaal. Onrustig trok ze haar natte kleding onhandig aan in het water. Ze kwam overeind en stapte de vijver uit. Haar boog en pijlenkoker raapte ze op, haar blik niet afgewend van de plek waar het geluid vandaan kwam. Langzaam liep ze richting het dichtbegroeide stuk en duwde zachtjes een takje aan de kant. Hierdoor kon ze eindelijk zien wat haar had afgeleid.
Reacties