Ik staar naar de klok. De secondewijzer die vriendelijk tikt, de grote wijzer die vervaarlijk van plaats veranderd wanneer de secondewijzer weer boven is. Ik heb nog zoveel te doen vandaag. Toch blijf ik zitten en kijk hoe de tijd verder tikt. Mijn to do lijstje van vandaag staat vol. Er moeten zeker tien dingen gedaan worden vandaag, zeg ik tegen mezelf. Ik verplaats mijn ogen van de klok naar het lijstje en lees een aantal taken. Deze heb ik mettertijd opgeschreven, dingen die ik me bedacht terwijl ik door het huis liep of naar de klok staarde. Er staan een aantal taken op die makkelijk zijn. Was doen, stofzuigen en dweilen bijvoorbeeld. Moeilijker zijn de taken zoals de gevels verven en de keuken vervangen.
Mijn ogen gaan weer terug naar de klok. Tien minuten verspilt aan het bekijken van mijn lijstje. Zonder enige hoop dat er vandaag iets uit mijn handen komt, sta ik op van de keukenstoel. Ik kijk de kamer rond en zie de ontzettende rotzooi die is ontstaan. Stofpluizen en vieze vegen maken de vloer vuil grijs. Op het dressoir ligt een laag stof. De schilderijen zijn vaag aan het worden. Ik schaam me, nu ik het allemaal eens goed bekijk. Deze woonkamer is namelijk nog maar het begin. In mijn eigen kamer, de badkamer en de logeerkamer is de troep vele malen erger. Ik haal mijn handen door mijn haar en loop richting de kelderkast. Hier liggen alle schoonmaakspullen. Mijn hand ligt op de klink en ik sta op het punt de deur te openen wanneer mijn telefoon gaat. Opgelucht laat ik de deurklink weer los en vis mijn telefoon uit mijn broekzak. Ik zie de naam van mijn beste vriendin op het beeldschermpje staan en ik weet dat dit een lang gesprek gaat worden. Het opruimen van mijn huis verdwijnt naar de achtergrond als ik haar vrolijke stem hoor.
Twee uur later zijn we klaar met bellen en ik kijk weer naar de klok. Het lijstje ligt nog steeds op dezelfde plek, er is nog niets afgevinkt. Ik zet mijn laptop aan, op dit moment heb ik even geen zin in de taken. Mijn laptop staat te zoemen wanneer ik het spelletje opstart. Ik word opgezogen in een wereld van mythische figuren. Online vrienden spreken me aan, vragen zich af waarom ik nu pas inlog. Ik spreek met mijzelf af dat ik drie levels mag doen. Dan ga ik echt opruimen.
Na een uur, wat veel te snel ging, heb ik de levels nog steeds niet gehaald. Voor het eerst twijfel ik of ik nog door moet gaan. Ik besluit te stoppen met het spel, hoeveel moeite me dat ook kost. Weer kijk ik even naar naar de klok en zie dat het nu al vier uur is. De moed zakt me in mijn schoenen wanneer ik het lijstje oppak en besef dat ik nog steeds niets heb gedaan. Eigenlijk had ik een vanochtend een planning moeten maken. Dan kan ik ook leuke dingen inplannen. Ik plak een briefje met dit idee op mijn laptop, zodat ik het niet kan vergeten. Een berichtje op mijn laptop komt omhoog met de melding dat ik mail heb. Zonder te kijken van wie het is, open ik de email. Een lang verhaal verschijnt op mijn scherm en ik begin te lezen.
Een half uur later heb ik het aandachtig gelezen en ik wil graag het hele verhaal beantwoorden. Na de eerste paar regels had ik al door dat het van een oude vriendin afkomstig was, die ik in geen tijden meer heb gesproken.
Ik begin te tikken en mijn verhaal word bijna net zo lang als dat van haar. Ik klik op versturen wanneer ik het nog een keer heb nagelezen. Alweer kijk ik naar de klok. Ik schrik er van dat het alweer half zes is. Snel zet ik mijn laptop uit, maar ik sta niet op om te gaan opruimen. Eerst maar eens eten maken, wanneer ik mijn maag protesterend hoor knorren.
Het eten ruikt heerlijk en snel schep ik wat op. De rijst is nog net wat te hard, maar de saus zorgt ervoor dat ik er niet zoveel van merk. Wanneer mijn bord leeg is, zet ik het in de gootsteen. Er staan nog een aantal vieze borden in, maar ik zet het er, zonder ernaar te kijken, bovenop. Weer kijk ik naar de klok en zie dat het zeven uur is. Ik loop naar de kamer en zet de tv aan. Waarschijnlijk zal ik de rest van de avond tv gaan kijken. Ik plof neer op de bank en begin te zappen.
Mijn blik is vanavond tijdens het tv kijken veel op de klok blijven hangen. Ik vraag me af waar de tijd van vandaag is gebleven. Tenslotte heb ik niet veel zinnigs gedaan. Een nutteloos gevoel bekruipt me en ik zet de tv uit om te gaan slapen. Ik sleep mezelf de trap op en denk nog steeds aan vandaag. Zoals vandaag is gegaan, gaat het namelijk al een paar maanden. Snel poetst ik mijn tanden en glij onder de koude dekens. Hardop zeg ik tegen mezelf: "Morgen is er weer een dag."
Mijn ogen gaan weer terug naar de klok. Tien minuten verspilt aan het bekijken van mijn lijstje. Zonder enige hoop dat er vandaag iets uit mijn handen komt, sta ik op van de keukenstoel. Ik kijk de kamer rond en zie de ontzettende rotzooi die is ontstaan. Stofpluizen en vieze vegen maken de vloer vuil grijs. Op het dressoir ligt een laag stof. De schilderijen zijn vaag aan het worden. Ik schaam me, nu ik het allemaal eens goed bekijk. Deze woonkamer is namelijk nog maar het begin. In mijn eigen kamer, de badkamer en de logeerkamer is de troep vele malen erger. Ik haal mijn handen door mijn haar en loop richting de kelderkast. Hier liggen alle schoonmaakspullen. Mijn hand ligt op de klink en ik sta op het punt de deur te openen wanneer mijn telefoon gaat. Opgelucht laat ik de deurklink weer los en vis mijn telefoon uit mijn broekzak. Ik zie de naam van mijn beste vriendin op het beeldschermpje staan en ik weet dat dit een lang gesprek gaat worden. Het opruimen van mijn huis verdwijnt naar de achtergrond als ik haar vrolijke stem hoor.
Twee uur later zijn we klaar met bellen en ik kijk weer naar de klok. Het lijstje ligt nog steeds op dezelfde plek, er is nog niets afgevinkt. Ik zet mijn laptop aan, op dit moment heb ik even geen zin in de taken. Mijn laptop staat te zoemen wanneer ik het spelletje opstart. Ik word opgezogen in een wereld van mythische figuren. Online vrienden spreken me aan, vragen zich af waarom ik nu pas inlog. Ik spreek met mijzelf af dat ik drie levels mag doen. Dan ga ik echt opruimen.
Na een uur, wat veel te snel ging, heb ik de levels nog steeds niet gehaald. Voor het eerst twijfel ik of ik nog door moet gaan. Ik besluit te stoppen met het spel, hoeveel moeite me dat ook kost. Weer kijk ik even naar naar de klok en zie dat het nu al vier uur is. De moed zakt me in mijn schoenen wanneer ik het lijstje oppak en besef dat ik nog steeds niets heb gedaan. Eigenlijk had ik een vanochtend een planning moeten maken. Dan kan ik ook leuke dingen inplannen. Ik plak een briefje met dit idee op mijn laptop, zodat ik het niet kan vergeten. Een berichtje op mijn laptop komt omhoog met de melding dat ik mail heb. Zonder te kijken van wie het is, open ik de email. Een lang verhaal verschijnt op mijn scherm en ik begin te lezen.
Een half uur later heb ik het aandachtig gelezen en ik wil graag het hele verhaal beantwoorden. Na de eerste paar regels had ik al door dat het van een oude vriendin afkomstig was, die ik in geen tijden meer heb gesproken.
Ik begin te tikken en mijn verhaal word bijna net zo lang als dat van haar. Ik klik op versturen wanneer ik het nog een keer heb nagelezen. Alweer kijk ik naar de klok. Ik schrik er van dat het alweer half zes is. Snel zet ik mijn laptop uit, maar ik sta niet op om te gaan opruimen. Eerst maar eens eten maken, wanneer ik mijn maag protesterend hoor knorren.
Het eten ruikt heerlijk en snel schep ik wat op. De rijst is nog net wat te hard, maar de saus zorgt ervoor dat ik er niet zoveel van merk. Wanneer mijn bord leeg is, zet ik het in de gootsteen. Er staan nog een aantal vieze borden in, maar ik zet het er, zonder ernaar te kijken, bovenop. Weer kijk ik naar de klok en zie dat het zeven uur is. Ik loop naar de kamer en zet de tv aan. Waarschijnlijk zal ik de rest van de avond tv gaan kijken. Ik plof neer op de bank en begin te zappen.
Mijn blik is vanavond tijdens het tv kijken veel op de klok blijven hangen. Ik vraag me af waar de tijd van vandaag is gebleven. Tenslotte heb ik niet veel zinnigs gedaan. Een nutteloos gevoel bekruipt me en ik zet de tv uit om te gaan slapen. Ik sleep mezelf de trap op en denk nog steeds aan vandaag. Zoals vandaag is gegaan, gaat het namelijk al een paar maanden. Snel poetst ik mijn tanden en glij onder de koude dekens. Hardop zeg ik tegen mezelf: "Morgen is er weer een dag."
Reacties