"Opruimen!", hoor ik mijn moeder tegen mijn kleine zusje schreeuwen. Ik moet er van lachen, ik heb zelf het doosje met speeltjes over de grond gegooid. Ze wordt daar altijd heel erg kwaad van.
"Ik vraag het nog 1 keer Noami, ruim je zooi nu meteen op." Mijn zusje begint te huilen en probeert tussendoor te zeggen dat zij het niet heeft gedaan. "Het kan me niet schelen wie het wel heeft gedaan, ik wil dat het opgeruimd word, nu!", schreeuwt mijn moeder terug. Ik vind het altijd leuk om mijn moeder zo boos te zien. Als zij zo tegen mij doet, schreeuw ik altijd terug. "Sander, help Noami nu met het opruimen van al het speelgoed", gilt haar stem naar buiten.
"Nee ik wil niet opruimen! Ik wil spelen!", gil ik terug naar haar. Ze komt naar buiten gestormd, trekt me aan mijn arm omhoog en ik trek de halve zandbak mee. "Jezus Christus, wat ben je toch een lomp jong", zegt ze, wanneer heel wat zand in haar schoenen verdwijnt. Ik moet lachen van haar reactie, maar dit keer vind mijn moeder het niet meer zo leuk. "Als je vader dadelijk thuis komt dan zal er wel wat zwaaien voor je Sander", probeert mijn moeder tevergeefs te dreigen.
Dat heb ik al zo vaak gehoord, maar er gebeurt nooit wat. Soms pakt hij mijn speeltje af, maar dat is echt het enige.
Mijn vader, Naomi en ik spannen heel vaak samen tegen mijn moeder. We ruimen de tafel niet af, helpen haar niet met de afwas of de gewone was. Wanneer ze het uiteindelijk helemaal zat is begint ze te huilen. Ze loopt dan de kamer uit en de trap op naar hun slaapkamer. Vervolgens zitten wij z'n drieën in de tuin zachtjes te lachen.
Ik hoor dat mijn vader thuis komt en meteen snelt mijn moeder naar hem toe. Ze begint te klagen tegen hem terwijl mijn vader door de huiskamer loopt om zijn biertje te pakken.
"En dan valt godverdomme die hele zandbak over mijn poten omdat dat rotjong die bak beet hield", hoor ik haar klaagzang eindigen. Mijn vader stapt naar buiten en grijpt me bij mijn arm. Weer op die pijnlijke plek, waar mama mij vandaag ook al beetgreep.
"Het moet echt ophouden kerel, zo gaat het niet langer. Je moet verdomme luisteren naar je moeder als zij wat aan je vraagt. Zit niet te lachen als ik tegen praat vervelend jong", zegt hij, waarna zijn vlakke hand op mijn wang beland. Ik zet het op een krijsen en mijn vader zet me direct neer. "Ik word helemaal gestoord van die kut kinderen", zegt mijn vader kwaad en loopt weer naar binnen. Mijn moeder komt gehurkt voor me zitten en probeert mijn huilen stoppen. Ze gaat steeds harder praten wat over gaat in geschreeuw. Ik ben het helemaal zat en duw haar achterover, waardoor ze op haar stuitje valt. De tranen springen in haar ogen en ze slingert nog een aantal verwensingen naar mijn hoofd terwijl ze weer op staat. Ook zij loopt weer terug binnen. Ze gaat het waarschijnlijk tegen papa zeggen. Ik blijf alleen buiten en mijn gehuil stopt meteen. Uiteindelijk sta ik dan ook op, om binnen met mijn zusje te spelen.
Na een half uur komt er iemand naar beneden gestommeld en ik zie dat moeder een zware wasmand in haar handen heeft. Ik ren voor haar uit om te helpen met haar opruimen, zoals mijn vader altijd tegen me schreeuwt. Ze ziet me niet zitten wanneer ze bijna bij de tuindeur is en ik grijp haar been vast wanneer ze net naar buiten wilt stappen. Het lijkt alsof alles in slow motion gebeurd. De wasmand met de schone was klettert op de stenen en zij valt er ongelukkig achteraan. De armen van mijn moeder zwaaien door de lucht terwijl de deurmat, onder haar zware gewicht, naar achteren glijdt en ze haar evenwicht verliest. Een dof gekraak en een gil vullen de stille de buurt. Ik zie dat haar arm in een vreemde hoek ligt en er langzaam bloed verschijnt op de witte tegels.
"Papa", roep ik met een glimlach hard naar boven," ik heb geholpen met mama opruimen! Kom je kijken hoe goed ik het gedaan heb?"
"Ik vraag het nog 1 keer Noami, ruim je zooi nu meteen op." Mijn zusje begint te huilen en probeert tussendoor te zeggen dat zij het niet heeft gedaan. "Het kan me niet schelen wie het wel heeft gedaan, ik wil dat het opgeruimd word, nu!", schreeuwt mijn moeder terug. Ik vind het altijd leuk om mijn moeder zo boos te zien. Als zij zo tegen mij doet, schreeuw ik altijd terug. "Sander, help Noami nu met het opruimen van al het speelgoed", gilt haar stem naar buiten.
"Nee ik wil niet opruimen! Ik wil spelen!", gil ik terug naar haar. Ze komt naar buiten gestormd, trekt me aan mijn arm omhoog en ik trek de halve zandbak mee. "Jezus Christus, wat ben je toch een lomp jong", zegt ze, wanneer heel wat zand in haar schoenen verdwijnt. Ik moet lachen van haar reactie, maar dit keer vind mijn moeder het niet meer zo leuk. "Als je vader dadelijk thuis komt dan zal er wel wat zwaaien voor je Sander", probeert mijn moeder tevergeefs te dreigen.
Dat heb ik al zo vaak gehoord, maar er gebeurt nooit wat. Soms pakt hij mijn speeltje af, maar dat is echt het enige.
Mijn vader, Naomi en ik spannen heel vaak samen tegen mijn moeder. We ruimen de tafel niet af, helpen haar niet met de afwas of de gewone was. Wanneer ze het uiteindelijk helemaal zat is begint ze te huilen. Ze loopt dan de kamer uit en de trap op naar hun slaapkamer. Vervolgens zitten wij z'n drieën in de tuin zachtjes te lachen.
Ik hoor dat mijn vader thuis komt en meteen snelt mijn moeder naar hem toe. Ze begint te klagen tegen hem terwijl mijn vader door de huiskamer loopt om zijn biertje te pakken.
"En dan valt godverdomme die hele zandbak over mijn poten omdat dat rotjong die bak beet hield", hoor ik haar klaagzang eindigen. Mijn vader stapt naar buiten en grijpt me bij mijn arm. Weer op die pijnlijke plek, waar mama mij vandaag ook al beetgreep.
"Het moet echt ophouden kerel, zo gaat het niet langer. Je moet verdomme luisteren naar je moeder als zij wat aan je vraagt. Zit niet te lachen als ik tegen praat vervelend jong", zegt hij, waarna zijn vlakke hand op mijn wang beland. Ik zet het op een krijsen en mijn vader zet me direct neer. "Ik word helemaal gestoord van die kut kinderen", zegt mijn vader kwaad en loopt weer naar binnen. Mijn moeder komt gehurkt voor me zitten en probeert mijn huilen stoppen. Ze gaat steeds harder praten wat over gaat in geschreeuw. Ik ben het helemaal zat en duw haar achterover, waardoor ze op haar stuitje valt. De tranen springen in haar ogen en ze slingert nog een aantal verwensingen naar mijn hoofd terwijl ze weer op staat. Ook zij loopt weer terug binnen. Ze gaat het waarschijnlijk tegen papa zeggen. Ik blijf alleen buiten en mijn gehuil stopt meteen. Uiteindelijk sta ik dan ook op, om binnen met mijn zusje te spelen.
Na een half uur komt er iemand naar beneden gestommeld en ik zie dat moeder een zware wasmand in haar handen heeft. Ik ren voor haar uit om te helpen met haar opruimen, zoals mijn vader altijd tegen me schreeuwt. Ze ziet me niet zitten wanneer ze bijna bij de tuindeur is en ik grijp haar been vast wanneer ze net naar buiten wilt stappen. Het lijkt alsof alles in slow motion gebeurd. De wasmand met de schone was klettert op de stenen en zij valt er ongelukkig achteraan. De armen van mijn moeder zwaaien door de lucht terwijl de deurmat, onder haar zware gewicht, naar achteren glijdt en ze haar evenwicht verliest. Een dof gekraak en een gil vullen de stille de buurt. Ik zie dat haar arm in een vreemde hoek ligt en er langzaam bloed verschijnt op de witte tegels.
"Papa", roep ik met een glimlach hard naar boven," ik heb geholpen met mama opruimen! Kom je kijken hoe goed ik het gedaan heb?"
Reacties