'Mama, mama', roept de schrille stem van mijn dochter voor de duizendste keer deze dag van ergens ver weg. Ik knijp mijn ogen stijf dicht en wrijf met mijn vingers over de diepe frons in mijn voorhoofd. Om me heen hoor ik nog meer kinderen gillen, van plezier weliswaar, maar mijn hoofd wordt er niet vrolijk van.
'Mama, luister je eigenlijk wel?', vraagt mijn dochter plotseling hard bij mijn oor. Ik kan nog net een vloek omvormen in een diepe zucht. Haar stem galmt na in mijn oren en dreunt in mijn hersenpan. Ik voel een golf van misselijkheid opkomen en slik een paar keer hard.
'Gaat alles goed mama?'
Ik pers mijn lippen in een glimlach, open mijn ogen en zie alleen maar één oog van mijn dochter. Ze raakt met het puntje van haar neus net mijn neus niet, zo dichtbij staat ze. Ik ruik de chloorlucht die om haar heen hangt en in haar haar zit. Ik knik zwakjes, de misselijkheid is nog steeds heftig.
'Kijk dan wat ik kan!', roept ze, terwijl ze snel haar hoofd weer wegdraait richting het zwembad. Ze rent. Hoe vaak heb ik haar gezegd dat ze goddomme niet mag rennen. Ze verdwijnt tussen de kinderen, ik zie haar niet eens meer.
We zitten ver bij de rand van het zwembad vandaan. Ik wilde nog verder weg gaan zitten. Stella was het daar niet mee eens. Sterker nog, ze eiste dat we dichterbij gingen zitten. Met een hoop gestamp en gebrul heb ik lichtjes toegegeven. Wat een achtjarige allemaal niet voor elkaar krijgt. Om gek van te worden.
Met Lucas heb ik nergens last van. Die jongen doet alles wat ik zeg. Wat een heerlijk kind is dat. Maar Stella, mijn god. Ik weet niet wat ik met haar aan moet. Ik word af en toe zo gek van haar dat ik me betrap dat mijn hand zich al achter mijn hoofd bevindt, klaar om toe te slaan. Ze is driftig, ADHD en weet ik veel wat voor stempels de dokter allemaal op haar heeft geplakt. Laten we vooral veeleisend niet vergeten.
Daar komt ze al weer terug gerend en ik zucht diep. Klaar om weer tegen mijn dochter te spreken ben ik niet, maar dat zal ik nooit zijn. Wat een vreselijk kind.
'Zag je dat mama hè? Heb je dat gezien? Echt goed hè? Zelfs de andere kinderen gingen klappen omdat ik het zo goed heb gedaan!,' ratelt ze aan één stuk door, terwijl haar gezicht steeds weer dichter bij de mijne komt. Ik zucht, niet in staat om te reageren. Ze legt haar handen op mijn schouders en schud me lichtjes door elkaar. De misselijkheid komt in volle vaart naar boven en voor ik weet, valt mijn maaginhoud over haar benen en voeten. Ze krijst, gilt moord en brand terwijl ik me beschaamd, maar op een vreemde manier ook opgelucht achterover op het ligbedje laat vallen. Ik hoor mensen om mij heen dichterbij komen en met afgrijzen reageren. Ik hoor een vrouw bekakt zeggen dat dit de laatste keer was dat haar kinderen zich in dit godvergeten, walgelijke zwemetablissement begeven.
Ik zak weg in een droom waar er niemand om heen staat. Geen wijzende vingers, geen opmerkingen van ouders. En al helemaal geen vreselijke dochter
Ik wil mijn ogen nog niet open doen. De stilte om me heen is heerlijk. Ik probeer me om te draaien maar het ligbed is te krap. Met een zucht open ik dan toch mijn ogen en ik ga recht op zitten.
In eerste instantie snap ik niet waar ik ben. De zon weerkaatst fel in het water van het zwembad, wat enkel rimpelt onder het zuchtje wind. Er zijn geen volwassenen, geen kinderen. Helemaal niemand. Ik draai me om, maar ook daar is niemand.
'Stella,' zeg ik zachtjes, maar ik verwacht eigenlijk geen reactie. De stilte om me heen is oorverdovend. Met een lach laat ik me terug vallen op mijn ligbed om nog even verder te slapen. Ik zie later wel hoe ik verder ga in deze wereld. Mijn wereld waar mijn grootste droom is uitgekomen. Mijn droom, waarin ik alles kan doen en laten wat ik wil.
'Mama, luister je eigenlijk wel?', vraagt mijn dochter plotseling hard bij mijn oor. Ik kan nog net een vloek omvormen in een diepe zucht. Haar stem galmt na in mijn oren en dreunt in mijn hersenpan. Ik voel een golf van misselijkheid opkomen en slik een paar keer hard.
'Gaat alles goed mama?'
Ik pers mijn lippen in een glimlach, open mijn ogen en zie alleen maar één oog van mijn dochter. Ze raakt met het puntje van haar neus net mijn neus niet, zo dichtbij staat ze. Ik ruik de chloorlucht die om haar heen hangt en in haar haar zit. Ik knik zwakjes, de misselijkheid is nog steeds heftig.
'Kijk dan wat ik kan!', roept ze, terwijl ze snel haar hoofd weer wegdraait richting het zwembad. Ze rent. Hoe vaak heb ik haar gezegd dat ze goddomme niet mag rennen. Ze verdwijnt tussen de kinderen, ik zie haar niet eens meer.
We zitten ver bij de rand van het zwembad vandaan. Ik wilde nog verder weg gaan zitten. Stella was het daar niet mee eens. Sterker nog, ze eiste dat we dichterbij gingen zitten. Met een hoop gestamp en gebrul heb ik lichtjes toegegeven. Wat een achtjarige allemaal niet voor elkaar krijgt. Om gek van te worden.
Met Lucas heb ik nergens last van. Die jongen doet alles wat ik zeg. Wat een heerlijk kind is dat. Maar Stella, mijn god. Ik weet niet wat ik met haar aan moet. Ik word af en toe zo gek van haar dat ik me betrap dat mijn hand zich al achter mijn hoofd bevindt, klaar om toe te slaan. Ze is driftig, ADHD en weet ik veel wat voor stempels de dokter allemaal op haar heeft geplakt. Laten we vooral veeleisend niet vergeten.
Daar komt ze al weer terug gerend en ik zucht diep. Klaar om weer tegen mijn dochter te spreken ben ik niet, maar dat zal ik nooit zijn. Wat een vreselijk kind.
'Zag je dat mama hè? Heb je dat gezien? Echt goed hè? Zelfs de andere kinderen gingen klappen omdat ik het zo goed heb gedaan!,' ratelt ze aan één stuk door, terwijl haar gezicht steeds weer dichter bij de mijne komt. Ik zucht, niet in staat om te reageren. Ze legt haar handen op mijn schouders en schud me lichtjes door elkaar. De misselijkheid komt in volle vaart naar boven en voor ik weet, valt mijn maaginhoud over haar benen en voeten. Ze krijst, gilt moord en brand terwijl ik me beschaamd, maar op een vreemde manier ook opgelucht achterover op het ligbedje laat vallen. Ik hoor mensen om mij heen dichterbij komen en met afgrijzen reageren. Ik hoor een vrouw bekakt zeggen dat dit de laatste keer was dat haar kinderen zich in dit godvergeten, walgelijke zwemetablissement begeven.
Ik zak weg in een droom waar er niemand om heen staat. Geen wijzende vingers, geen opmerkingen van ouders. En al helemaal geen vreselijke dochter
Ik wil mijn ogen nog niet open doen. De stilte om me heen is heerlijk. Ik probeer me om te draaien maar het ligbed is te krap. Met een zucht open ik dan toch mijn ogen en ik ga recht op zitten.
In eerste instantie snap ik niet waar ik ben. De zon weerkaatst fel in het water van het zwembad, wat enkel rimpelt onder het zuchtje wind. Er zijn geen volwassenen, geen kinderen. Helemaal niemand. Ik draai me om, maar ook daar is niemand.
'Stella,' zeg ik zachtjes, maar ik verwacht eigenlijk geen reactie. De stilte om me heen is oorverdovend. Met een lach laat ik me terug vallen op mijn ligbed om nog even verder te slapen. Ik zie later wel hoe ik verder ga in deze wereld. Mijn wereld waar mijn grootste droom is uitgekomen. Mijn droom, waarin ik alles kan doen en laten wat ik wil.
Reacties